Onderschoer0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Onderschoer": blz. 334

- Molen, S.J. van der, Kijk op boerderijen. Deel in de serie 'Kijk op'. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1979. [144 blz. ISBN 90.10.02447.4]. Hierin "Onderschoer": blz. 139 ("ruimte vóór de schuurdeuren (die dan terugspringen) in het hallehuis" - dit is de volledige tekst)

- Stenvert, Ronald & Chris Kolman & Sabine Broekhoven & Ben Olde Meierink, Gelderland. Deel in de serie 'Monumenten in Nederland', nr 5. Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), Zwolle (Waanders), 2000cop. [412 blz. ISBN 90.400.9406.3]. Hierin onder "Boerderijen": blz. 43-44 ("In de oostelijke Achterhoek zijn bij oudere boerderijen deze deuren meer binnenwaarts geplaatst, waardoor een zogenaamde onderschoer ontstaat. Een voorbeeld hiervan is de erderij/herberg Lebbenbrugge bij Borculo. Soms wordt dit fenomeen versterkt door hoekschotten, laag aflopende uitbouwen ter weerszijden van de deeldeuren. De boerderij Vuurever, oorspronkelijk te Haarlo en nu te Eibergen, is hier een voorbeeld van.")

- Enderman, Maarten, "De ontwikkeling van de boerderij in de Achterhoek". In: Historisch Boerderij-onderzoek 2002. De Graafschap, tevens SHBO-jaarverslag 2001 [100 blz. ISSN 1338.1620]. Hierin: blz. 40 ("De toegang tot de deel bevindt zich in de achtergevel en is groot genoeg om met oogstwagens naar binnen te rijden. Met name bij de boerderijen in het oosten van de Achterhoek werden de deeldeuren oorspronkelijk terugliggend in de achtergevel geplaatst. De overdekte buitenruimte die hierdoor ontstaat, wordt de onderschoer genoemd. Aan weerszijden van de onderschoer liep het dakschild af tot op het niveau van de lage zijgevels. De zijbeuken werden op deze manier als het ware verlengd, waardoor de zogenaamde hoekschotten ontstonden. Deze opzet is in veel gevallen in de loop van de 19de eeuw verdwenen als gevolg van de verstening van de achtergevels. [...] In het westen van de Achterhoek bleven schilddaken of afgewolfde daken algemeen gangbaar. Ook worden hier de terug liggende deeldeuren niet of nauwelijks aangetroffen. Op de kadastrale minuutplans uit de eerste helft van de 19de eeuw is de karakteristieke plattegrondvorm van boerderijen met onderschoer in de westelijke Achterhoek echter nog gemeengoed. Waarschijnlijk heeft hier de verstening eerder ingezet, waardoor het onderschoer er eerder en vollediger is verdwenen dan in het oosten. Bij veel boerderijen in het westelijke deel van de Achterhoek is in plaats van een onderschoer een overstek boven de deeldeuren gemaakt, een oplossing die meer gebruikelijk is in het rivierengebied." - dit is de relevante tekst volledig)

- Scholtz, Wim, Tekens, symbolen, ornamenten. In: Jans, Everhard & Leendert van Prooije & Wim Scholtz & Humphrey Mansvelt Beck & Co Hartgers, Oude boerderijen in Achterhoek en Liemers. Uitgave in samenwerking met het Staring Instituut. Enschede (Van der Loeff), 1983cop. [166 blz. ISBN 90.700.41.146], blz. 56-91. Hierin "Hookschötte": blz. 9, 22, 23.